Coquilles, vlees

1,45

Per stuk

De coquille, ook bekend als Sint Jacobsschelp, is met zijn fraai gevormde roze-achtige waaierschelp van 10 centimeter doorsnee een opvallende verschijning. Het zachte ronde visvlees dat de schelp bevat is al eeuwenlang een delicatesse.

Artikelnummer: VDH0042 Categorieën: , , Tags: , ,

Beschrijving

Verspreiding

Coquille of Sint Jacobsschelp is een mantelschelp die voorkomt in de Atlantische Oceaan, vooral aan de kusten van Portugal, Spanje, Noorwegen, Schotland en Frankrijk. De coquilles leven op stevige zand/kleibodems op dieptes van meer dan 100 meter.

Biologische Kenmerken

De coquille leeft van planktonische organismen en andere zwevende voedseldeeltjes. Deze wordt verkregen door met behulp van de kieuwen het zeewater te filteren. Mantelschelpen hebben lichtgevoelige organen, catadioptrische ogen, die op kleine tentakeltjes aan de mantelrand staan. Deze werken door weerkaatsing en kunnen licht van donker onderscheiden. Hierdoor kunnen zij eventuele vijanden waarnemen en daarop reageren. De reactie kan bestaan uit het simpel sluiten van de kleppen of vluchten. Ze kunnen zich namelijk verplaatsen door de kleppen met kracht te sluiten, waardoor het water de schelp verlaat en deze zich als het ware een weg door het water hapt. De coquille is de grootste van de Europese mantelschelpen.

De schelpen zijn ongelijk de bovenste schelp is plat en bruin-roze van kleur. De onderste schelp is bol, wit en zachtroze van kleur met 15-17 forse en afgeronde ribbels. Op de mantel, die bij geopende kleppen naar buiten steekt, zijn lichtgevoelige oogjes zichtbaar.

Overige Informatie

Van deze schelp heeft Shell haar symbool gemaakt: de oprichter van Shell (het Londense handelshuis Samuel & Co) was een handelaar in Japanse sierschelpen.
Hierdoor dankt hij zijn naam aan een priester die de schelpdieren at terwijl hij op pelgrimstocht was naar Santiago de Compostela in Noordwest-Spanje. Er wordt vooral op de schelp gevist om het vlees van de sterk ontwikkelde en buitengewoon smakelijke sluitspieren en om het kuit. Er wordt gevist op de Sint Jacobsschelp met grote, tot 2 m brede sleepnetten.